Aug 16, 2022
Resultatenmeting in ontwikkelingssamenwerking is van oudsher een heet hangijzer. Hoe meet je ‘outcomes’, ‘impact’ en ‘change’, en laat je aan de donor zien dat je ‘adaptive en ‘demand driven’ bent (o.b.v. ‘Southern leadership’!), als uiteindelijk de Tweede Kamer vooral wil weten hoeveel waterputten er met het geld van de Nederlandse belastingbetaler zijn geslagen, en wil horen wat ‘wij’ daar dan in Nederland aan hebben? Moet je in die context wel de illusie hebben dat je als Organisatie voor Internationale Samenwerking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten daadwerkelijk een bijdrage kan leveren aan wereldvrede? En moet je het willen? Een korte reflectie op een paar resultaten van ons werk, die de donorrapportages en de Kamerbrieven niet hebben gehaald:
• Je kan vraagtekens zetten bij het succes van het Platform Gemeentelijk Vredesbeleid in het licht van de huidige oorlog in Oekraïne, aangezien het PGV ontstond vanuit het doel vrede in Europa te bevorderen. Maar tegelijkertijd is VNG inmiddels – ten tijde van PGV nog niet – ook actief in Oekraïne en onderkent het Ministerie van Buitenlandse Zaken nu ook nadrukkelijk het belang van gemeentelijke samenwerking en de rol van VNG als medeoverheid in ontwikkelings-samenwerking middels het SDLG-programma.
• De Municipal Alliance for Peace in the Middle East is een stille dood gestorven, maar Palestijnse projectleider Zack las met keppeltje op z’n hoofd voor uit de Torah op de bruiloft van zijn Israëlische collega Yonathan, en ze zijn nog steeds goed bevriend.
• Zuid-Soedan is ondanks ons werk op gebied van conflict-bemiddeling nog steeds een zooitje, maar ‘onze’ Marial Bai Agreement is inmiddels wel door de VN-missie omarmd, en Marianne de Klerk zat – ondanks haar kritische agenda – bij president Salva Kiir aan tafel om te spreken over zijn rol in conflictbemiddeling.
• Ondanks alle – potentieel gevoelige – vredes- en democratiseringsprogramma’s is VNG International nergens tot Persona Non Grata verklaard en willen bestuurders nog steeds met ons praten, in tegenstelling tot verscheidene humanitaire organisaties met ogenschijnlijk minder gevoelige projecten dan wij, die wél het land zijn uitgestuurd.
• Ondanks de Arabische Lente en verschillende nationale omwentelingen zijn voortschrijdende Islamisering en radicalisering in de MENA-regio nog steeds punten van zorg. Tegelijkertijd wordt het werk van CILG in de regio geroemd.
• Het is wellicht niet gelukt alle Nederlandse gemeenten (en de Tweede Kamer!) te overtuigen van het belang van de rol van lokale overheden in vredesbevordering, maar de relatie met VNG is sterk, de Global Goals-campagne is een succes, ook internationaal, en we zitten aan tafel bij het High Level Political Forum over lokalisering van de SDG’s.
Belangrijker dan de vraag hoe meetbaar deze bloemlezing is in termen van een daadwerkelijke bijdrage aan vredesbevordering, is de vraag of je deze anekdotes als daadwerkelijke successen van ons werk kunt accepteren, ook al zijn wellicht de formele projectdoelen niet behaald en hebben donoren soms besloten financiering terug te trekken. Hebben we er ‘vrede’ me dat dit het resultaat is van ons werk? ‘Peace of mind’ is wellicht een belangrijker doel dan ‘peace of nations’.
Chris van Hemert
As part of the publication ’Columns on peace and local democracy in international perspective’, composed in honor of the farewell of Peter Knip as director of VNG International.